Websites ziekenhuizen staan continu onder bewaking
(bron: Computable, 3-2009)
Na twee edities van de Zorgwebmonitor werkt adviesbureau Intercity aan een verbeterde opzet. De monitor die de websites van ziekenhuizen beoordeelt, moet net zo gezichts- en beleidsbepalend werken als de Overheid.nl Continue Monitor.
De inrichting van websites bij ziekenhuizen verbetert langzaamaan, maar er valt nog een wereld te winnen. Intercity Consultancy wil, in navolging van de overheid, in de zorgsector een webmonitor installeren waarvan een stimulerende werking uit gaat. Na twee eerdere rapportages werkt het Apeldoornse adviesbedrijf aan een professionelere zorgwebmonitor die moet uitgroeien tot net zo'n instituut als de Overheid.nl Monitor (tegenwoordig Overheid.nl Contiunue Monitor geheten, en raadpleegbaar via monitor.overheid.nl).
Voor het samenstellen van de Zorgwebmonitor werkt Intercity samen met Parantion. De monitor neemt de websites van 95 ziekenhuizen onder de loep en beoordeelt ze op hun internetontwikkelingen en de elektronische dienstverlening. Het aantal partners is uitgebreid met twee: webbouwer Max.nl en ict-dienstverlener Venture Ict, vertelt Jan Pieter Helmholt van Intercity op de beurs Zorg & ICT 2009 in de Jaarbeurs in Utrecht. Hij geeft aan dat er ook een commercieel belang speelt. "Door het samenwerkingsverband uit te breiden kunnen we ziekenhuizen een breder pakket diensten aanbieden rondom hun websites."
Gewichtig
Intercity was bij de opzet van de Overheidsmonitor betrokken. Voor het onderzoek bij de ziekenhuizen heeft het adviesbureau de afgelopen twee edities voor een vergelijkbaar model gekozen. Helmholt: "We willen het onderzoek nu verder aanscherpen en kijken of we nog typische zorgelementen moeten toevoegen. Bovendien willen we er een continu onderzoek van maken in plaats van jaarlijks. Dat biedt ziekenhuizen de kans om tussentijdse verbeteringen door te geven, waardoor ze kunnen stijgen in de ranglijst."
Een keer per jaar (aan het eind) vindt er een presentatie plaats van de stand van de zaken en een eindranglijst van websites, vult Helmholts collega Tamara Buis aan. Om er meer gewicht aan te hangen, wil Intercity een toetsingscommissie samenstellen met deskundigen uit zorginstellingen, de ict-branche en kennisinstituten. "De overheidsmonitor dwingt verandering af omdat er een ministerie achter zit, dat van Binnenlandse Zaken. Zo'n effect willen wij ook bereiken. Dat ziekenhuizen zelf actie ondernemen en de ranglijstnotering onderdeel wordt van beleidsplannen." Het adviesbureau moet hiervoor wel de eigen site www.zorgwebmonitor.nl verder aankleden. Met nieuwe software zullen meer scoringsfactoren automatisch verwerkt kunnen worden.
Rodelantaarndrager
Uit de ‘Zorgwebmonitor ziekenhuizen 2008' blijkt dat het St. Franciscus Gasthuis uit Rotterdam de ranglijst aanvoert (in 2007 plek nr.4). Wat vooral indruk maakte, en daarmee ook punten scorend, was de aanwezigheid van een ‘mijn ziekenhuis'. Diabetes-, long- en maag-, darm- en leverpatiënten krijgen thuis via een inlogcode toegang tot een persoonlijke website, met alle informatie over de ziekte, medicijnengebruik, behandeling en rechtstreeks contact met de behandelend arts.
Nummer 2 is het Albert Schweitzer Ziekenhuis (nr.17 in 2007) en derde staat De Zwolse Isala Klinieken (de winnaar in 2007). Onderaan het klassement bungelen het Slotervaart Ziekenhuis, de Oosterscheldeziekenhuizen en - laatste - het Havenziekenhuis. Ziekenhuis Rivierenland, dat in 2007 de rode lantaarn droeg, steeg in de monitor van 2008 naar plek 45.
Het onderzoek toont verder aan dat de websites van ziekenhuizen redelijk gebruiksvriendelijk zijn, al valt er nog veel te verbeteren. Zo zouden websites meer rekening kunnen houden met kinderen en met mensen die geen Nederlands spreken. Verder is het bij 72 procent van de ziekenhuizen nog niet mogelijk online een afspraak te maken.
Een groter probleem is de transparantie. Mensen willen graag weten hoe het met de kwaliteit van een ziekenhuis gesteld is. Uit dit onderzoek blijkt dat 73 procent van de ziekenhuizen geen klanttevredenheidsonderzoek online heeft staan, 44 procent van de ziekenhuizen geen kwaliteitsrapport online publiceert, bij 43 procent van de ziekenhuizen het MIP-systeem (Melding Incident Patiënt) niet aanwezig is en 38 procent van de websites de NIAZ-accreditatie niet vermeld. Het digitaal patiëntendossier wordt slechts door 2 procent van de ziekenhuizen op de site gebruikt.
Ranglijst
De volledige ranglijst is te vinden op www.zorgwebmonitor.nl. Daar staan ook de leveranciers vermeld die voor ziekenhuizen een contentmanagementsysteem (cms) hebben gebouwd. Het valt op dat er een grote variatie aan cms-partijen bestaat. Infoland (10) en Seneca (7) blijken veruit de meeste ziekenhuizen te bedienen.